Quantcast

Tips Faalangst

Praktische aanpak (thuis en in therapie) en tips voor het omgaan met een faalangstig kind.

Praktische aanpak (thuis en in therapie)

  • Geef het kind het gevoel dat het geaccepteerd wordt. Biedt veiligheid, structuur, begrip, aangepaste stof. Je moet achter het gedrag kunnen kijken. Een goede band tussen ouder/begeleider en het kind is belangrijk voor een goede sfeer.
  • De ontwikkeling gaat in kleine stapjes, verwacht dan ook geen grote. Wees duidelijk en eerlijk naar het kind in wat al goed gaat en wat nog beter kan.
  • Een kind heeft zelf invloed op zijn prestaties. Wanneer het kind iets goeds heeft gedaan of een goed resultaat heeft behaald, moet hem duidelijk worden gemaakt dat dit door hemzelf komt en dat hij daar zelf invloed op heeft. Het kind heeft controle over gebeurtenissen en ze zijn dus een gevolg van zijn eigen gedrag. Dat is ook het geval bij faalangst: hij roept het zelf op.
  • Biedt het kind succeservaringen, zodat hij over de angst heen komt. Zeg nooit tegen het kind dat de angst niet nodig is, want het kind voelt die angst gewoon zo en dat is niet weg te nemen door het te ontkennen.
  • Het kind wordt geaccepteerd, maakt niet uit wat hij presteert. Laat het kind duidelijk merken dat hijzelf en zijn prestaties twee aparte dingen zijn.
  • Help het kind om belemmerende gedachten om te zetten in helpende gedachte. Dus niet: ik moet dat kunnen, maar ik wil dat kunnen. Leer opmerkingen waarmee het kind zichzelf afbreekt af, zoals: wat ben ik toch stom bezig, als ik zo doorga, gaat het zeker fout.
  • Fouten maken is menselijk en dat mag dus!
  • Met ontspanningsoefeningen en een goede houding en ademhaling kunnen ervoor zorgen dat het kind controle krijgt over de faalangst. Leer dit dus aan het kind.
  • Problemen moeten meteen aangepakt worden! Want uitstellen van werk verhoogt de druk bij het kind.
  • Als het kind goede studievaardigheden aangeleerd krijgt, zal het kind binnenkomende informatie beter verwerken. Leer hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden en leer hem de goede vragen te stellen bij een taak.
  • Zorg voor een vriendelijke en niet-bedreigende sfeer in de groep, waarin fouten maken mag en niemand elkaar uitlacht als het niet goed gaat. Een negatieve sfeer in een groep kan er namelijk voor zorgen dat faalangst blijft bestaan of zelfs erger wordt.
  • Stel met het kind doelen op die realistisch zijn. Laat het kind met makkelijke taken beginnen zodat het succeservaringen opdoet en ga stap voor stap moeilijkere taken doen. Toets de stof die het kind aangeleerd heeft gekregen.
  • Laat merken dat je vertrouwen hebt in het kind. Het zelfbeeld van het kind wordt dan beter, wat goed is voor zijn zelfvertrouwen.
  • Bied een duidelijke structuur: vertel precies wat het kind kan verwachten. Op school, maar ook thuis. De lessen moeten goed georganiseerd zijn. Geef concrete voorbeelden, deel de stof op in kleine stukjes en leg verbanden met al behandelde lesstof. Geef duidelijk aan hoe het kind overhoort gaat worden.
  • Benadruk wat het kind al goed doet en leg goed uit waar het fout ging als het fout gaat. Geef daarbij ook het goede antwoord. Beloon het kind voor de niet-faalangstige momenten en geef waardering voor geleverde prestaties.
  • Stimuleer het kind om trots te zijn op zijn eigen prestaties.
  • Door zelfcontrole technieken aan te leren, zal het kind steeds meer het gevoel krijgen bepaalde dingen best wel te kunnen. Het kind moet zichzelf goed vinden, omdat hijzelf dat vindt, niet omdat anderen dat vinden. Let erop dat het kind dus niet afhankelijk wordt van de goedkeuringen die het krijgt van anderen.

Tips voor het omgaan met een faalangstig kind

Ouders moeten een aantal dingen in hun achterhoofd houden bij het omgaan met hun faalangstige kind:

  • Geen een persoon kan alles en fouten maken is menselijk.
  • Blijf goed praten met je kind. Zorg ervoor dat je kind het normaal vindt als dingen niet lopen zoals je zou willen. Als bijvoorbeeld vader aangeeft dat iets niet lekker liep op zijn werk, kan dat voor het kind een enorme opluchting zijn en maakt zich daardoor minder zorgen.
  • Je kind mag trots zijn op zijn eigen prestaties. Als ouder mag je best tegen je kind zeggen dat hij er trots op mag zijn. Laat je kind inzien wat goed ging in het werk.
  • Speel spelletjes met je kind waarin hij of zij zou kunnen verliezen (faalt), oefen ermee en leer hem/haar op die manier om met falen om te gaan.
  • Zorg voor een omgeving waarin je kind zelf dingen kan ontdekken en voor problemen zelf oplossingen kan vinden. Als het kind merkt dat het zelf oplossingen kan vinden, is dat goed voor zijn zelfvertrouwen. Neem dus niet alle struikelblokken weg.
  • Heb aandacht voor zowel positief als negatief gedrag. Geef opdrachten in plaats van indirect (met teleurstelling in je stem) een opmerking te plaatsen. Bijvoorbeeld, zeg niet: ‘je hebt alweer je kamer niet opgeruimd’, maar zeg: ‘ruim je kamer eens op’.

Meer over:
Faalangst – Algemeen, ontstaan en prognose
Kenmerken en diagnose faalangst
De verschillende typen faalangst
Behandeling faalangst
Praktische aanpak (thuis en therapie) en tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *