Quantcast

Kenmerken werkhoudingsproblemen

Inhoud

Aantal kenmerken van werkhoudingsproblemen

Er zijn een aantal kenmerken van werkhoudingsproblemen.
Het ene kind heeft slechts 1 kenmerk, terwijl het andere kind meerdere kenmerken heeft.

Concentratie

Als een kind een werkhoudingsprobleem heeft wordt al snel gezegd dat er sprake is van een concentratieprobleem.
We moeten er voor oppassen dat deze term niet te snel gebruikt wordt.

Er zijn twee aparte groepen binnen de concentratieproblemen:

  • Concentratiemoeilijkheden: Bij deze groep is er sprake geweest van bijvoorbeeld een gebeurtenis waardoor het kind aan iets anders denkt dan aan zijn schoolwerk. Zijn gedachten dwalen dan steeds af naar wat er gebeurd is. Te denken valt aan een scheiding van de ouders of het verlies van een dierbaar persoon. Over het algemeen is zijn de concentratiemoeilijkheden tijdelijk.
  • Concentratiestoornissen: Bij een stoornis gaat het om een proces in de hersenen die niet veranderd of opgelost kan worden. Het is aangeboren en er moet mee worden leren geleefd. Te denken valt aan ADHD. Deze kinderen kunnen niet verantwoordelijk gehouden worden voor hun beperkte aandacht.

Aandacht

Er zijn drie verschillende vormen van aandacht.

  • Gerichte aandacht: Het kind wordt dan niet afgeleid door dingen die buiten hem om gebeuren, maar kan zijn aandacht bij de opdracht houden.
  • Volgehouden aandacht: Als het kind zijn aandacht voor langere tijd bij de opdracht kan houden.
  • Verdeelde aandacht: Het kind kan zijn aandacht verdelen over verschillende aspecten van de opdracht. Dat is belangrijk om een ingewikkelder vraagstuk op te kunnen lossen.

De mate van aandacht is belangrijk voor de werkhoudingsstijl van het kind.

Impulsieve houding

Als een kind impulsief is, dan begint hij aan de opdracht zonder erbij na te denken. Een impulsief kind reageert meteen op in het oog springende details en kan daardoor ook afgeleid worden; het is daar teveel mee bezig.

Het kind zoekt een oplossing door te gokken. Het zal niet systematisch naar een oplossing zoeken, het probeert maar wat en als het niet werkt, probeert hij wat anders (of niet).
Deze kinderen weten aan het eind van de opdracht vaak ook niet hoe ze aan de oplossing gekomen zijn.

Weinig analytisch werken

Het kind leest de opdracht te oppervlakkig of luistert niet goed naar de opdracht, waardoor de opdracht verkeerd uitgevoerd wordt.
Het goed luisteren en bekijken van een opdracht alvorens ermee aan de slag te gaan, is een belangrijk aspect van een goede werkhouding.

Weinig zelfstandig werken

Het kind heeft moeite om zelfstandig met een opdracht aan de slag te gaan. Ook vindt het kind het lastig om de opdracht te voltooien. In een klas zijn er veel kinderen die hier last van hebben. Meestal komt dit voort uit onzekerheid, of het kind heeft bevestiging nodig, voordat hij de opdracht als ‘af’ beschouwt.
Deze kinderen werken vaak chaotisch en er zit geen vaste lijn in hun manier van werken.

In eerste instantie analyseren ze de opdracht al onvoldoende, waardoor hij niet weet wat het moet doen. Ook gaat hij niet uit zichzelf op zoek naar een goede oplossingsstrategie en heeft hier al hulp bij nodig.
Pas aan het einde van de opdracht vragen ze aan de leerkracht of het goed is, en dan is het eigenlijk al te laat.

Werktempo: Te snel of te langzaam

Snel of langzaam werken op zich is geen probleem. Het wordt pas een probleem als het kind TE snel of TE langzaam gaat werken. Te snel werken gaat meestal samen met impulsiviteit en te langzaam werken met volgehouden aandacht, weinig zelfstandig werken en weinig goede oplossingsstrategieën.

Tips om het werktempo in de klas te verhogen:

  1. Kijk naar de leerdoelen en welke stof nodig is om tot een hoger tempo te komen: stel het leerproces voorop.
  2. Leg de leerdoelen aan het kind met het lage werktempo uit.
  3. Leg uit wat wel en juist niet belangrijk is aan de taak. Is snelheid belangrijker dan nauwkeurigheid? Vertel dan waarom.
  4. Is het kind wel gemotiveerd om het leerdoel te behalen? Spreek hem of haar er dan op aan. Jij wilt toch leren (vul maar in)? Zo gaat dat niet lukken. Hoe kan ik je helpen dat wél te leren?

Onregelmatig werkritme

Het werkritme van het kind is eigenlijk nog belangrijker dan het werktempo.
Kinderen met werkhoudingsproblemen hebben vaak een onregelmatig werkpatroon. Ze beginnen te snel, lopen dan vast, hebben verkeerde oplossingsstrategieën, doen maar wat en vragen dan om hulp.
Hier kunnen ze ook nog onzeker worden en kunnen bijvoorbeeld afhaken.

Deze kinderen zijn vaak als laatste klaar met de opdracht, hoewel ze wel als eerste zijn begonnen.

Weinig zelfcontrole

Kinderen met werkhoudingsproblemen weten vaak niet goed waar ze mee bezig zijn. Wanneer ze dan klaar zijn willen ze graag bevestiging krijgen van bijvoorbeeld de leerkracht. Ze zijn niet in staat hun eigen werk te beoordelen.
Het kind heeft moeite met zelfsturing: het regelmatig controleren van het eigen werk en denkprocessen om het zo nodig bij te stellen.

Meer over:
Werkhoudingsproblemen: Algemeen
Kenmerken van werkhoudingsproblemen
Oorzaken van werkhoudingsproblemen
Signaleren en analyseren werkhouding(problemen)
Praktische aanpak werkhoudingsproblemen (voor school, ouders en kind)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *